Het hier niet zo bekende Japanse bouwdoosmerk Asuka Model bracht even geleden een kit uit van de Bantam 40 Reconnaissance Car in schaal 1/24. En omdat deze Bantam eigenlijk de allereerste ‘Jeep’ is, bouwden we dit model voor u. En het is ook voor het eerst, zover ik weet, dat de Bantam in 1/24 als bouwdoos wordt gemodelleerd. Hij was er al wel in de gebruikelijke militaire schaal 1/35.
De auto:
Nadat de Duitsers in het begin van de Tweede Wereldoorlog met een sterk gemotoriseerd leger Europa onderwierpen, besefte de Amerikaanse infanterie de noodzaak van een klein verkenningsvoertuig. Daarnaast gingen ze zich ook steeds meer met de Tweede Wereldoorlog bemoeien. Samen met de firma Bantam schreef het leger de specificaties voor een licht voertuig geschikt voor ¼ ton en met vierwielaandrijving.
Heel verrassend, met name voor Bantam, stuurde het leger de specificaties echter naar 135 fabrikanten met het verzoek binnen 49 dagen een ontwerp in te leveren. Alleen Bantam en Willys-Overland reageerden. The American Bantam Company kwam echter al binnen 45 dagen met haar prototypes en het leek er sterk op dat men de gigantische opdracht kon gaan uitvoeren.
Door een politiek spel – Bantam was wel een klein bedrijf – maakten ze er uiteindelijk maar 2675 en het concept werd onder andere aan Ford en Willys-Overland doorgespeeld. En dat werd de Jeep zoals we die allemaal kennen.
Maar de Bantam 40, overigens wel de eerste ¼ tonner die werd ingezet in de oorlog, blijft natuurlijk de ‘moeder’ van dit type voertuig.
Over die naam Jeep doen verschillende verhalen de ronde. Eén van de aannemelijkste – althans voor mij – is de volgende verklaring; het woord zou afstammen van de letters G.P. (general purpose = algemeen gebruik) en die afkorting wordt in het Engels uitgesproken als ‘Jee-Pee’ en dat werd weer ‘Jeep’.
De doos:
De Bantam is maar een klein voertuig, maar de bouwdoos bestaat uit maar liefst 235 onderdelen. Het motorblok bijvoorbeeld, bestaat al uit 27 delen. Al het plastic is, met uitzondering van de doorzichtige delen, in de kleur legergroen gegoten; daarnaast zijn er natuurlijk de vijf banden en een aantal polycaps uitgevoerd in nylon. De bouwbeschrijving ziet er keurig uit en is voorzien van verfaanwijzingen die onder andere refereren aan de Tamiya acryllakken.
De tekeningetjes zijn klein en staan dicht op elkaar, dus let goed op dat je niets mist bij het bouwen.
Het chassis:
We beginnen met het motorblok; zoals al gezegd heel fijn gedetailleerd. Het wordt nog realistischer als we als extra ook de bougieleidingen aanbrengen. Ook de accukabels en wat ander leidingwerk werd aangebracht met als voorbeeld foto’s die ik op internet vond.
Vervolgens is het de beurt aan het chassis. Ook daar is alles weer zeer fijn gedetailleerd. Zelfs de beugels die de bladveren aan het chassis borgen, moeten apart worden aangebracht; wel een lastig werkje overigens waarvoor een fijn pincet onontbeerlijk is.
De constructie van de vooras met de sturende en aangedreven wielen vond Ik wat problematisch; het rechter voorwiel kreeg ik niet recht gemonteerd, dus die heb ik noodgedwongen maar vastgeplakt.
Ik heb zoveel mogelijk onderdelen aangebracht alvorens de boel te gaan verven. Na het voltooien van het chassis kan het motorblok geplaatst worden en dan hebben we een prachtig ‘rollend’ chassis.
De opbouw:
Na het onderstel is de opbouw aan de beurt. Ook hier weer hele fijne details zoals de beugels aan de zijflanken en allerhande haken en scharnieren op bijvoorbeeld de motorkap en de neerklapbare voorruit. Het gaat hier om zéér kleine onderdelen, die heel gemakkelijk zoek kunnen raken of uit je pincet kunnen ‘schieten’. Let dus goed op!
Ook bij het plaatsen van de doorzichtige stukjes plastic in de voorruit moet je behoedzaam te werk gaan. Het plastic is flinterdun en kan gauw breken. Dat overkwam mij bij het schoonmaken van één van de ruitjes. Gelukkig zijn het rechte vlakken, waardoor vervanging met een ander stukje plastic eenvoudig is. Prachtig zijn ook de verschillende achterlichten en reflectoren die met behulp van stukje doorzichtig plastic worden aangebracht. Hetzelfde geldt voor het ‘glas’ van de twee metertjes op het dashboard.
Onder de achterbank is ook de slinger om in geval van nood de motor aan te slingeren niet vergeten.
Voor het achteruitkijkspiegeltje kunnen we beter een stukje chroomfolie of bare-metal gebruiken in plaats van de aangegeven zilververf.
De bouwbeschrijving geeft twee uitvoeringen aan voor de kleur van deze Bantam; legergroen zoals ze bijvoorbeeld ook in Europa reden òf het ‘desert yellow’ zoals dat in Noord-Afrika werd gebruikt. Ik koos voor het legergroen, waar de beschrijving XF-62 olive drab voor aangeeft. Voor de bouwers die spuitbussen gebruiken – zoals uw schrijver – heeft Tamiya de kleur TS-5 olive drab en daar is deze Bantam ook mee bespoten.
Conclusie:
Het enige wat ik eigenlijk miste in deze doos was de mogelijkheid voor een linnen kap. Maar verder is dit een uitermate fijn gedetailleerde mooie kit van een uniek voertuig. Alle lof dus voor dit Japanse Asuka Model met deze Bantam 40.
Deze Jeep staat nu mooi naast de Willys-Overland versie zoals Italeri die ooit uitbracht in dezelfde schaal.
Dit artikel schreef ik eerder voor Modelbouw Magazine nr. 56 – 2015
Carel van Kuijk