In opdracht van de Staatsspoorwegen
Bij het ontwerp van de T82 vrachtauto werd met name rekening gehouden met de wensen van het leger. Ook bij de T82 werd het beproefde buizenchassis met de voor Tatra zo kenmerkende pendelassen en bladvering toegepast. Het frame droeg een 2,5 liter viertakt boxermotor die door middel van twee ventilatoren geforceerd luchtgekoeld werd en die een vermogen van 55 pk leverde. Deze paardenkrachten werden over acht voorwaartse en één achteruitversnelling op de beide aangedreven achterassen overgebracht. De vrachtauto met een gewicht van meer dan drie ton was ontworpen voor een nuttig draagvermogen van twee ton. Het leger bestelde de T82 voornamelijk als manschappenwagen. De open uitvoering, die met een huif kon worden afgedekt, was echter niet de enige variant. Ook ambulances werden op het T82 chassis gebouwd net als autobussen voor de burgerij. Deze werden besteld door de ‘ČSD’ – een afkorting van ‘Československé Státní Dráhy` – in het Nederlands de ‘Tsjechoslowaakse Staatsspoorwegen‘.In 1936 werd een inschrijving geopend voor de bestelling van 14 nieuwe autobussen op basis van de Tatra T72 en T82. De ČSD gaf in 1937 opdracht voor de bouw van elf identieke bussen aan het carrosseriebedrijf Sodomka en voor drie exemplaren aan Karoserie Petera. Bij de bussen van Petera werden de zitrijen achter elkaar geplaatst en bij Sodomka gebeurde dat langs de zijkanten, zoals dat in die tijd bij langeafstandsbussen gebruikelijk was. Die indeling van de zitplaatsen was een vereiste van de spoorwegen en daarmee gaven zij de indruk dat de door Petera uitgeruste bussen voor stadslijndiensten bedoeld waren.